Skip to main content

Help uw kind met begrijpend lezen.

Heeft uw kind moeite met begrijpend lezen? Kinderen leren dit vooral door veel te lezen.U kunt uw kind helpen door vragen te stellen.
Zo denken ze na over wat ze hebben gelezen. Geschikt voor groep 4 t/m 8.
Hieronder staan verschillende vragen. U kunt ze als volgt gebruiken.

Stap 1: Laat het kind een stuk lezen, bijvoorbeeld een hoofdstuk. (Naderhand kan dit ook een heel boek zijn).

Stap 2: Kies een vraag of bedenk zelf een vraag.
Kolom A: Vragen naar de mening van het kind (makkelijkste vragen). Groep 4 t/m 8.
Kolom B: Vragen over de inhoud van het verhaal. Groep 4 t/m 8
Kolom C: Vragen over de schrijfwijze, schrijver etc. (moeilijkste vragen) Groep 6 t/m 8.

Stap 3: Vraag door. Hoe weet je dat? Waarom vind je dat? Waardoor komt dat? etc.

Stap 4: Herhaal stap 2 en 3 een aantal keer. U mag zelf ook een vraag bedenken!

Laat uw kind elke dag lezen, u hoeft niet elke dag vragen te stellen.
Mocht u nog vragen hebben, kunt u altijd in de bibliotheek terecht.
Voor specifieke vragen kunt u ook terecht bij de leesconsulent van de school van uw kind of laat uw telefoonnummer achter bij de receptie dan nemen zij contact met u op.

Kolom A Kolom B Kolom C

Is er een stuk dat je vervelend vond?

Welk personage boeit jou het meest? Wie vertelt het verhaal?
 
Kun je een spannend stuk noemen? Wie is de hoofdpersoon? Door wiens ogen heb je het verhaal gevolgd?
 
Weet je nog een grappig stuk? Wie is de tegenspeler? Toen je dit boek voor het eerst zag, herkende je toen de naam van de schrijver?
 
Wat vind je niet leuk? Wie helpt de hoofdpersoon? Als jij dit boek had geschreven wat had je anders gedaan?
 
Wat vind je raar? Welke personages vond je niet aardig? Hoe komt dat? Als de schrijver hier op bezoek was, wat zou je willen vragen?
 
Wat vind je saai? Kies een personage uit. Wat voor een soort iemand is dat?
 
Wat weet je over de illustrator (tekenaar)?
Wat vind je moeilijk? Staan er stukjes in over wat een personage denkt? Kun je een stuk noemen wat het meest lijkt op het echte leven?
 
Wat snap je niet?

Wat is de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal?
Als dit niet was gebeurt, dan……
 

Hoe vind je de keus van de namen van de personages?
Is er iets dat je nooit in een ander boek bent tegengekomen?
 
Op welke plaatst(en) speelt het verhaal? Staat er iets in het boek dat volgens jou echt niet kan?
Denk je bij dit boek ook aan andere boeken? Is er iets in het verhaal dat je zelf hebt meegemaakt?
 
Gebruikt de schrijver moeilijke woorden?
Wat vind je leuk aan het verhaal? Wie ben jij in het verhaal? Wat vond je van de kaft, toen je het boek voor het eerst zag?
 
Wat vind je goed? Met welk personage zou je graag bevriend willen zijn?
 
Hoe vind je de tekst op de bladzijde staan?
 
Wat vind je bijzonder? Welk personage zou je zeker niet willen zijn?
 
Hoe vind je het begin?
 
Wat vind je interessant? Zou jij op de plaats van het verhaal willen leven? Hoe vind je het einde?
 
  Gebeurde het verhaal lang geleden of nu? Wordt het verhaal vertelt in volgorde van de gebeurtenissen?
 
  Als het verhaal lang geleden gebeurde, kan het nu nog gebeuren?
 
Zag je tijdens het lezen het verhaal voor je ogen gebeuren?
 
  Hoe begint het boek? Wist je al snel hoe het verhaal verder zou gaan?
 
  Hoe loopt het af? Wat zou je je vrienden over dit boek vertellen?
 
  Staan er stukjes in over wat een personage voelt?
 
Welk cijfer geef je dit boek?